Wie – wat – wanneer

Groep: 5-6, 7-8

Tijdsduur: 15 minuten

Seizoen: winter

Wat heb je nodig?

• Twee glazen
• Een handje sneeuw en een paar ijsklontjes. (Als er geen sneeuw voor handen is, kun je ook wat ijsklontjes raspen.)

Tips & links

Tip:

 Deze winterproefjes komen van de website van Scharrelkids. Op deze website staan nog veel meer tips en activiteiten voor buiten, afgestemd op het seizoen:

www.scharrelkids.nl 

Opdracht

 Smelten

Als sneeuw en ijs warm worden, veranderen ze allebei in water, maar niet evenveel! Welk glas is voller?

Vul het ene glas met de sneeuw en het andere met de ijsklontjes. Let er op dat je de glazen even vol doet. Zet de twee glazen op de verwarming neer en laat ze staan tot alles is gesmolten. Kijk wat er gebeurt!

Verklaring: de gesmolten ijsklontjes geven veel meer water dan de gesmolten sneeuw. Dat komt omdat er in sneeuw een heleboel lucht zit. Als de sneeuw smelt, veranderen alleen de ijsdeeltjes in water. De luchtdeeltjes verdwijnen in de lucht. Je kunt ook wel voelen dat er veel lucht in de sneeuw zit. Het is namelijk veel lichter dan ijs!

Drijven

Wat gebeurt er als je de ijsklontjes in water doet. Blijven ze drijven of zinken ze naar de bodem?

Vul een glas met water. Doe de ijsklontjes bij het water. Kijk wat er gebeurt… 

Verklaring: je ziet dat de ijsklontjes blijven drijven! Voor de natuur is het heel erg belangrijk dat ijs drijft. Kijk maar eens naar een bevroren sloot of vijver. Bovenin de sloot zit een laagje ijs, maar onderin niet. Daardoor kunnen de waterdieren overleven in het water onderin de sloot.